Bermbeheer, tijd om er even bij stil te staan.

Op 18 juni 2020, over deze onderwerpen: Milieu & Natuur
Bermbeheer, informatie over het belang waarom nuttig

U heeft ze misschien ook al gezien, de bordjes “Samen voor meer diversiteit”, in een van de Dendermondse straten.
Op zich is het geen nieuwigheid, maar ik ben er wel blij om.

“Waarom is het niet nieuw?”, hoor ik u vragen. Wel door deze bordjes te plaatsen, volgt de stad het kortste besluit dat ooit is genomen door de Vlaamse regering: het Bermbesluit.
Dat besluit werd al op 27 juni 1984 genomen en ging in januari 1985 invoege, het zorgt er bijgevolg al zo’n 35 jaar voor dat de bermen slechts twee keer per jaar mogen gemaaid worden. Een eerste keer pas na 15 juni, een eventuele tweede maaibeurt volgt na 15 september.

En daar ben ik blij om. U zal me misschien gek verklaren, maar die planten zijn wel enorm belangrijk. Laat mij u even uitleggen waarom.

Alle wegbermen in Vlaanderen samen vormen een oppervlakte even groot als de oppervlakte aan erkend natuurreservaat. Wanneer deze bermen op een ecologische manier beheerd worden, kan men zo op een redelijk makkelijke manier aan natuurbehoud doen. Het gaat hier vaak om stukjes grond die niet gebruikt worden als landbouw- of woongebied, noch als weg. Op deze manier is er meer plaats om onze wilde planten te laten groeien.

De wegbermen doorkruisen heel Vlaanderen en vormen op deze manier hun eigen wegen en verbindingsassen tussen de verschillende natuurgebieden waarlangs de kleinere dieren zich kunnen verplaatsen.

En nu komt het belangrijkste van mijn uitleg. Wegbermen worden best slechts twee keer per jaar gemaaid. En wel hierom: verschraling.
Verschraling betekent dat men de bodem armer maakt, zodat het aantal soorten planten toeneemt. Dat lijkt misschien tegenstrijdig, maar eigenlijk is het logisch. Planten zoals de meeste grassoorten en brandnetels groeien enorm graag in een rijke bodem, alle andere wilde planten gewoonweg niet. De meeste planten zijn zo geëvolueerd dat ze volmaakt gelukkig zijn in armere bodems en niet overweg kunnen met te veel voedsel.

Door het maaibeheer op een correcte manier toe te passen, kan men er voor zorgen dat de bodem armer wordt en tegelijkertijd het aantal plantensoorten doet toenemen. Dat verkrijgt men dus door pas na 15 juni te maaien. De meeste wilde voorjaarsplanten hebben dan reeds zaad gevormd en beginnen te verdorren. Het maaisel wordt liefst zo snel mogelijk verwijderd, sowieso binnen de tien dagen na het maaien. De zaden van de voorjaarsplanten hebben zich dan al lang kunnen verspreiden over de berm, maar de plantenresten moeten weg voor ze beginnen te verteren. Want wanneer planten beginnen te composteren, vormen ze humus wat dan weer voor verrijking van de bodem zorgt. En dat willen we dus niet. Dit laatste is zelfs nog belangrijker dan het maaien zelf.
Daarnaast mag het maaien de ondergrondse plantendelen en de houterige planten niet beschadigen, men moet tot op minstens 5 cm van de boven blijven.
Hetzelfde mag na 15 september ook gebeuren, maar het moet niet. 

Naast dit maaibeheer stelt het bermdecreet ook dat het gebruik van biociden (alle soorten gifstoffen) ten allen tijde verboden is op de bermen. Ik denk dat dat wel duidelijk is waarom.

Waar planten zijn, vindt men ook dieren, ook voor hen is het maaibesluit zeer belangrijk.
Heel wat insecten (solitaire bijen, bladwespen, vlinders, sprinkhanen, …) maar ook spinnen zijn afhankelijk van deze wilde planten, én vice versa.
We horen al langer dat het aantal insecten en het aantal insectensoortenjaar na jaar daalt. Dit heeft meerdere oorzaken, waarvan biociden en biotoopvermindering de meeste invloed hebben.
Wanneer het bermbeheer wordt toegepast, blijven de meeste bloemen staan, zodat de bestuivende insecten voldoende voedsel én slaapplaatsen vinden. Hun aanwezigheid zorgt er voor dat roofinsecten zeer snel hun weg vinden naar de bermen. Zij trekken op hun beurt kleine zoogdieren, amfibieën, vogels en zelfs reptielen aan. Zoals eerder vermeld, deze dieren gebruiken de bermen als wegen naar en van verschillende natuurgebieden.

Kortom, als ik alles even op een rijtje plaats; totale oppervlakte, connecties tussen verschillende natuurgebieden, verschraling en grotere soortenrijkdom, … kan ik met recht en rede zeggen dat dit kleine bordje me blij maakt.

Als we onze natuur op zo’n eenvoudige, maar zeer ingrijpende manier kunnen veranderen, is dat mooi meegenomen.
En geef toe, zo’n zee aan wilde bloemen is toch fantastisch om te zien?

Zie ook:
Navigator
Natuurpunt

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is